Gebied en klimaat

Naast natuurlijk de stad Bordeaux is de wijnstreek aan te wijzen als het gebied rondom de rivieren Garonne, Dordogne en Gironde. Meestal spreekt men over de linker- en rechteroever van de Gironde om een specifiek gebied binnen de Bordeaux aan te wijzen. Belangrijke wijngebieden in de Bordeaux zijn o.a. Médoc, Graves, Saint Emilion, Blaye et Bourg, Pomerol en Entre-Deux-Mers. Het gebied is vlak, het klimaat is gematigd, vochtig en zacht door de invloed van de Atlantische Oceaan en de warme golfstroom. De bodem is arm en bestaat uit kalk, kiezel en klei. De kiezellaag zorgt voor voldoende ruimte voor regenwater om weg te stromen en maakt de weg vrij voor wortels van de druivenstokken om diep in de bodem door te dringen. Bovendien houden kiezels warmte lang vast, wat gunstig is voor de laat rijpende cabernet Sauvignon druif.

Druivensoorten en wijnmaken

Typische Bordeaux-druiven zijn merlot (40% van alle aanplant) en cabernet-sauvignon voor rode wijn en sauvignon-blanc en semillon voor witte wijnen. Zoete witte wijn wordt gemaakt van de muscadelle druif. De meeste Bordeaux wijnen bestaan uit een blend van meerdere druiven. Omdat de wijnhuizen vaak over grote arealen beschikken kunnen ze streng zijn in de druivenselectie en alleen de allerbeste druiven gebruiken.